Kneuzingen en verstuikingen

Ten eerste: kneuzingen en verstuikingen zijn in grote lijnen hetzelfde. Met name de plaats en manier van ontstaan zijn anders. Verstuikingen komen voor in gewrichten en kneuzingen kunnen op het hele lichaam voor komen. Daarnaast kan een kneuzing wel op een gewricht zitten maar een verstuiking niet op een andere plek dan een gewricht. Laten we de kneuzing en verstuiking eens nader bekijken.

Kneuzingen zijn beschadigingen aan het weefsel tussen de toplaag (opperhuid) van de huid en de botten. De opperhuid beschadigt niet en er is geen wond te zien. De beschadigde weefsels kunnen spieren, pezen, onderhuids bindweefsel en andere weefsels zijn.

Beschadigen deze weefsels dan komt er door kapotte bloedvaten en cellen vocht en bloed vrij. Dit zorgt voor een zwelling en door de verhoogde druk komen zenuwen in de knel. Hierdoor ontstaat pijn. Druk je op de kneuzing, dan verhoogt de druk op de zenuwen en voel je dus meer pijn.

Kneuzingen ontstaan altijd door een uitwendige oorzaak. Veel voorkomende kneuzingen zijn aan: onderarm, onderbeen of in het gezicht. Ook gekneusde ribben komen nogal eens voor. Kneizingen kunnen ontstaan door stoten, vallen en dergelijke. Het herstel duurt meestal 3 tot 5 weken.

Bult door kneuzing

Kneuzingen kunnen ook voor komen in combinatie met andere wonden. Bij een val op een knie kan naast een wondje ook een kneuzing ontstaan zijn. Bij een bult op het voorhoofd kan een hersenschudding of zelfs wervelletsel aanwezig zijn. Controleer dus altijd op ander letsel.

Verstuiking (verzwikken) komt alleen voor bij gewrichten. Dit komt doordat een verstuiking niet van buitenaf onstaat maar doordat een gewricht een geforceerde beweging maakt. Hierdoor worden weefsels en banden opgerekt en beschadigd. Het bot raakt niet beschadigd.

Verder gebeurt bij een verstuiking hetzelfde als bij een kneuzing. Bloed en vocht zorgen voor zwelling en daardoor voor druk op de zenuwen. Bewegen van het gewricht wordt moeilijker en pijnlijk.

Verstuiking (verzwikking) is een beschadiging van weefsel rond een gewricht. De beschadiging ontstaat door een verkeerde beweging van het gewricht. Denk hierbij aan de enkel bij verstappen, een verkeerde beweging van de knie of een pols die te ver doorbuigt bij het opvangen van een val.

Hoe kun je een kneuzing of verstuiking herkennen? Door het kneuzen of verstuiken wordt het onderhuids weefsel beschadigd. Bloedvaatjes gaan kapot. Daardoor ontstaat er een onderhuidse bloeding. Dit levert een blauwe verkleuring op. De zogenaamde blauwe plek. Ook kan er een zwelling ontstaan. Deze zwelling ontstaat door vocht. Het vocht geeft geen verkleuring. Drukken op de kneuzing of verzwikking verergert de pijn. Na enkele dagen neemt de zwelling weer af.

De klachten van een kneuzing of verstuiking lijken soms erg op die van een botbreuk. Bij twijfel kan een röntgenfoto in het ziekenhuis uitsluitsel geven. Deze foto kan alleen na verwijzing van een arts gemaakt worden. Twijfel je bij het beoordelen tussen een kneuzing/verstuiking of een breuk? Ga dan uit van een breuk en laat een arts het tegendeel bewijzen (of niet natuurlijk).