Whiplash

Whiplash

Wat is een whiplash?

Een whiplash is een nektrauma dat ontstaat als gevolg van een versnelde beweging van de hoofd. In de meeste gevallen gaat het hierbij om een beweging waarbij het hoofd van voor naar achtereen wordt bewogen of andersom. Een kop-staart ongeval met een auto is hier een goed voorbeeld van.

Symptomen die worden gerapporteerd direct (< 4 weken) en zes maanden na het ongeval: (Bron KNGF richtlijn whiplash)
Symptomen Direct na het ongeval Zes maanden later
Nekpijn 90-100% 10-45%
Verminderde beweging van de hals 40-95% 14%
- -
Hoofdpijn 50-90% 8-30%
Gevoelig voor licht 30-80% -
Pijn in schouder en arm 40-70% 5-25%
Duizeligheid 20-70% 3-20%
De klachten die bij een whiplash trauma ontstaan kunnen zeer divers zijn. Wat vrijwel alle mensen met een whiplash trauma melden is dat er binnen 24 uur sprake is van nekpijn en een verminderde beweeglijkheid van de nek. Klachten kunnen ook pas weken tot maanden na het ongeval op komen zetten of weer terugkeren.

Wat zijn de oorzaken?
Zoals eerder aangegeven zijn vooral de achteraanrijdingen beducht vanwege het optreden van een nekletsel van het whiplashtype. Toch zijn het niet alleen de aanrijdingen die een whiplash veroorzaken, ook sportongevallen en duikongelukken zijn een veelvuldige oorzaak van nekletsel. De gevolgen zijn zeer uiteenlopend, de ene persoon heeft geen enkele last, de andere persoon heeft klachten gedurende een aantal weken en weer een ander persoon kan blijvende klachten houden die uiteindelijk leiden tot disfunctioneren en participatieproblemen op werk en sport. Er is nog onvoldoende inzicht in de oorzaken van deze verschillen.

Er is een indeling gemaakt in de klachten optredend na een whiplash letsel. Er wordt een onderscheid gemaakt in een viertal klassen:

Klasse 1: Nekpijn en stijfheid zonder lichamelijke afwijkingen
Klasse 2: Nekpijn met bewegingsbeperking door spier en gewricht letsel
Klasse 3: Nekklachten met verschijnselen van zenuwuitval
Klasse 4: Nekklachten met breuken van wervels

Opvallend is dat hetzelfde scala aan klachten in alle 4 de klassen kan voorkomen.
Er zijn duidelijke aanwijzingen dat een whiplash in ieder geval te vergelijken is met een bandenletsel. Het volledige herstel van opgerekte of gescheurde banden duurt klassiek  tussen de zes weken en drie maanden. 

Daarnaast zijn er in enkele gevallen aanwijzingen gevonden voor relaties met een hersenstamletsel. Tevens zijn er aanwijzingen dat als gevolg van het ongeval de voor- en achterzijde van de hersenen aangedaan kunnen worden. Deze laatste twee verklaren met name de neurologische klachten die als gevolg van een dergelijk trauma kunnen ontstaan.
Wat is het verloop?
Bij studies over whiplashklachten wordt internationaal vaak gerefereerd aan gegevens afkomstig van de Canadese onderzoeksgroep Quebec Task Force on Whiplash Associated Disorders (QTF-WAD). Deze publicatie uit 1995 wordt in veel gevallen als leidraad gebruikt bij het beoordelen van het genezingsproces. Deze studie heeft ook de gegevens geleverd over het natuurlijk beloop, ingedeeld in verschillende tijdsfases na het ongeluk:

  • fase 1: tot 4 dagen na het ongeluk: 50% heeft nog klachten
  • fase 2: 4 tot 21 dagen na het ongeluk: 35% heeft nog klachten
  • fase 3: 22-45 dagen na het ongeluk: 25% heeft nog klachten
  • fase 4: 46-180 na het ongeluk: 20% heeft nog klachten
  • fase 5: 3-6 maanden na het ongeluk: 20-15% heeft nog klachten
  • fase 6: meer dan 6 maanden na het ongeluk: 15% heeft nog klachten
Samenvattend zien we dat het normale genezingsproces in de eerste 3 fases er toe leidt dat 75% weer normaal kan functioneren maar dat het genezingsproces na deze periode zeer langzaam gaat en er een kritieke fase ontstaat voor het ontstaan van chronische klachten. Toch moeten deze gegevens enigszins worden genuanceerd en lijkt het erop dat het genezingsproces in de eerste 3 weken bepalend is voor de mate van belastbaarheid. Bij de meeste patiënten die na 3 weken nog klachten hebben is er sprake van minimaal een vertraagd herstel en van verminderde belastbaarheid op lange termijn. Daarnaast wordt er bij de onderzoeken vaak uitgegaan van het gegeven of men weer aan het werk is of niet en wordt er geen vergelijking gemaakt met het functioneren van voor het ongeval.Nieuwe alinea
Wat doet de fysiotherapeut?
De fysiotherapeut behandelt u volgens de richtlijn Whiplash waarbij het fysiotherapeutisch diagnostisch en therapeutisch proces wordt beschreven bij patiënten met een whiplash.

Bij het diagnostisch proces is het doel het inventariseren van de ernst, de aard en de mate van beïnvloedbaarheid van de klachten. Als meetinstrumenten kan de fysiotherapeut gebruik maken van een aantal meetinstrumenten. Voorbeelden hiervan zijn de VAS-schaal en de NeckDisability Index.

Voor het testen van het evenwicht worden twee testen aanbevolen, het staan op een been en de koorddansergang.
  • Staan op een been: De patiënt staat zolang mogelijk (maximaal 30 seconden) op een been. Achtereenvolgens wordt gestaan op het dominante been en het niet dominante been. Voor elk been heeft de patiënt twee pogingen. De armen worden langs het lichaam gehouden. De patiënt mag de romp een beetje bewegen zolang zijn voet maar stil blijft staan. Het aantal seconden dat de patiënt kan blijven staan wordt genoteerd en is de eindscore.
  • Koorddansergang: De patiënt loopt voetje voor voetje over een lijn van drie meter (hiel van de ene voet tegen de teen van de andere voet.) Na eenmaal oefenen wordt de test zo snel en nauwkeurig mogelijk uitgevoerd, waarbij de fysiotherapeut met een stopwatch de tijd opneemt. Per fout (als de voet buiten de lijn is geplaatst of wanneer de hiel niet bij de teen aansluit) wordt 3 seconden bij de eindtijd opgeteld. Tot slot wordt een totaalscore berekend ( eindtijd plus eventuele bijtellingen). Hiervoor wordt het gemiddelde van twee totaalscores genomen.
Bij het lichamelijk onderzoek wordt verder gekeken naar stabiliteit van de wervelkolom en de gewrichtsfunctie van de gehele wervelkolom. Verder wordt gekeken naar houding en spierspanning en wordt er een inventarisatie gemaakt van wat de patiënt wel en niet aan activiteiten kan uitvoeren en hoe zijn participatie is betreft sport en werk.

Voor de behandeling wordt gekeken of er sprake is van een normaal genezingsproces of een vertraagd genezingsproces. Een vertraagd genezingsproces kenmerkt zich door:
  • aanhoudende pijn;
  • vermindering van activiteiten of afname in participatie;
  • uitbreiding van algemene klachten als vermoeidheid, depressieve klachten, minder kunnen doen etc. toenemende bewegingsangst;
  • uitblijven van behandelresultaat;
  • toenemende vraag naar therapie en medische onderzoeken.
Bij het therapeutisch proces wordt gekeken in welke fase ( zie eerder) de patiënt zich bevindt en wordt gekeken of er sprake is van een normaal verloop of een vertraagd genezingsproces.

In de eerste fase (tot vier dagen) staat de pijn voorop en beperkt de fysiotherapie zicht tot begeleiden en informatie geven over de aard van het letsel en het natuurlijk beloop. Geadviseerd wordt om gedoseerd te bewegen. Het dragen van een halskraag wordt afgeraden, verschillende wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat juist het gedoseerd bewegen het herstel bevordert.

In de tweede fase (vier dagen tot drie weken) worden bij een normaal herstel de functies verbeterd en kan de belasting langzaam worden opgebouwd. Gedoseerd bewegen bevordert het herstelproces, de fysiotherapeut begeleidt de patiënt bij het bepalen van zijn grenzen ten aanzien van duur, tempo en aard van activiteiten. Het bijhouden van een activiteitendagboek kan hierbij een hulpmiddel zijn. Bij het trainen wordt gekeken naar de stabiliteit van de nekspieren en kan begonnen worden met evenwicht en coördinatieoefeningen.

In de derde fase (drie tot zes weken) worden de functies verder verbeterd en de belasting opgevoerd. Pijn behoort niet meer centraal te staan en er wordt gewerkt aan terugkeer naar normale participatie op werk en bij sport en hobby. Er wordt aandacht gegeven aan de invloed van lichaamshouding tijdens het werk, huishoudelijke taken en sport en de invloed van statische belasting op het genezingsproces. ( boek lezen, televisie kijken etc)

In de vierde fase (zes weken tot drie maanden) staat de participatie in het werk op de voorgrond, de functies en vaardigheden en de belastbaarheid worden geleidelijk verder opgevoerd. Bij voorkeur vindt er overleg plaats met bedrijfsarts of Arbo dienst.

Bij klachten die langer duren dan drie maanden neemt de kans op volledig herstel af en kan in overleg worden besloten tot een aanpak via een multidisciplinair team.

Wat kunt u zelf doen om de klachten te verminderen?
Een Whiplash is een klacht die zeer serieus genomen moet worden. Indien u binnen 24 uur na een (auto)ongeval nekpijn, een verminderde beweeglijkheid en/of hoofdpijn ervaart is het verstandig de volgende maatregelen in acht te nemen.
  • Laat altijd röntgenfoto’s van de hals nemen om orthopedisch letsel uit te sluiten, en voor uw medisch dossier !
  • Neem gedurende vier dagen rust. Volledige bedrust is niet nodig maar probeer belastingen als tillen, dragen, duwen, trekken, boven het hoofd werken en extreme hoofdbewegingen te vermijden.
  • Een halskraag is niet nodig. Indien u er toch een meekrijgt vanuit het ziekenhuis of van uw huisarts draag deze dan nooit langer dan vier dagen.
  • Gebruik pijnstillers en spierverslappers op vaste tijden en gedurende een van te voren vast te stellen periode (bijvoorbeeld tien dagen). Gebruik nooit medicatie op geleide van de pijn.
  • Indien u na vier dagen nog steeds klachten ervaart neem dan contact met uw fysiotherapeut.
  • Neem ook contact met u fysiotherapeut op indien u in de periode die volgt, alsnog enkele van de bovenstaande klachten gaat ervaren.
Share by: